In dit artikel gaan we in op het verloop van brand in relatie tot brandveiligheid, wat normatief brandverloop inhoudt en wat de relatie ervan is met de regelgeving uit het Bouwbesluit.
Brandverloop en brandveiligheid
Het verloop van een brand bepaalt welke noodzakelijke maatregelen er genomen moeten worden op het gebied van brandveiligheid. Helaas is het brandverloop niet in tijd uit te drukken; er zijn de nodige variabelen hierin. Daarnaast is het ook een wisselwerking tussen hoe snel een brand en/of rook zich uitbreidt, en de acties die daarop volgen, zoals het ontdekken van de brand, het ontruimen en blussen van de brand. Daarom wordt er bij het maken van brandveiligheidsconcepten gekozen voor het normatief brandverloop als uitgangspunt.
Wat is normatief brandverloop?
De definitie van normatief brandverloop is als volgt: tijdsverloop van ontdekking, melding, alarmering, ontvluchting, redding en blussen van brand, dat de basis vormt aan de invulling van de bouwregelgeving.
Het normatief brandverloop is afhankelijk van factoren die te maken hebben met de aard van de bebouwing en het gebruikersdoel ervan. Voorbeelden hiervan zijn de mogelijke omstandigheden waarin personen in het gebouw aanwezig zijn – wel of niet opgesloten, wel of geen slaaplocatie – en de zelfredzaamheid van personen. Omdat veel factoren meespelen, verschilt het normatief brandverloop per gebouwsoort.
Normatief brandverloop bij kantoorpanden en gezondheidsinstellingen
De uitgangspunten bij normatief brandverloop bij kantoorpanden zijn als volgt:
- Een brand moet binnen 15 minuten – na het ontstaan ervan – ontdekt zijn. Binnen deze 15 minuten moeten de aanwezige personen gealarmeerd worden en moet ook de brandweer gewaarschuwd zijn.
- Binnen de volgende 15 minuten – na de ontdekking en alarmering van de brand – moeten de aanwezige personen het gebouw kunnen ontvluchten naar een veilige locatie. Dit kan eventueel met hulp van de BHV’ers.
- Zodra de brandweer gealarmeerd is, is het uitgangspunt dat binnen 15 minuten de brandweer ingezet is; met 8 minuten op het brandadres bij dit type gebouw en ingezet binnen maximaal 7 minuten (tijden kunnen afwijken van de Handleiding Brandweerzorg).
- Binnen 60 minuten na het ontstaan van de brand moet de brandweer het vuur onder controle hebben (brandmeester) en alle personen in veiligheid zijn.
Bij gezondheidsinstellingen zijn de uitgangspunten anders, omdat de personen niet altijd zelfredzaam zijn. Deze gebouwen met een zorgfunctie moeten altijd beschikken over een automatische brandmeldinstallatie, inclusief volledige bewaking. Dit houdt in dat er in alle ruimten van het gebouw, uitzonderingen daar gelaten, één of meer automatische brandmelders aanwezig zijn, naast de noodzakelijke handmelders. De brandmeldinstallatie moet ervoor zorgen dat:
- Een brand binnen 1 minuut ontdekt is, de BHV’ers gealarmeerd zijn en ook de brandweer de melding ontvangt.
- De personen binnen 4 minuten na het melden van de brand in veiligheid zijn gebracht.
Eisen regelgeving brandveiligheid
De verschillende fasen bij normatief brandverloop zijn ook terug te vinden in de eisen die gesteld worden aan niet te bouwen panden. Aangezien er vanuit wordt gegaan dat personen zich binnen 30 minuten na het ontstaan van de brand in veiligheid moeten kunnen brengen, zijn alle brandpreventieve maatregelen hier ook op afgestemd.
Wil je graag weten hoe brandveilig jouw pand is? Neem contact met ons op.